AB 2009, 52
HR, 16-01-2009, nr. C07/170HR
HR 16-01-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG3582, m.nt. M.J.M. Verhoeven
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/170HR
- Conclusie
A-G Keus
- Noot
M.J.M. Verhoeven
- LJN
BG3582
- JCDI
JCDI:ADS860121:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Mededingingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG3582, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑01‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG3582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2007
- Wetingang
Essentie
Art. 6 Mw niet van openbare orde.
Samenvatting
Onderdeel 1.1 is gebaseerd op de opvatting dat art. 81 EG-Verdrag (in het licht van de rechtspraak van het HvJ EG) meebrengt dat de rechter, ook als hij daarmee buiten de grenzen van de rechtsstrijd zou treden, zo nodig ambtshalve de nietigheid van een (beding in een) overeenkomst wegens ongeoorloofde verhindering van de mededinging zou moeten vaststellen, althans ambtshalve onderzoek daarnaar zou moeten instellen. Wat er ook zij van de juistheid van die opvatting met betrekking tot art. 81 EG-Verdrag, zulks gaat in ieder geval ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.