Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 1091
HR, 28-11-2008, nr. C07/156HR
HR 28-11-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF1888
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 november 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/156HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BF1888
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF1888, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑11‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF1888, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑11‑2008
Essentie
Overeenkomst vervangen door nieuwe overeenkomst?; passeren essentiële stelling?
Slagende klacht dat het hof zijn uitspraak onvoldoende heeft gemotiveerd door in arrest geen aandacht te besteden aan essentiële stellingen die thans eisers tot cassatie in hoger beroep hebben aangevoerd ten betoge dat de overeenkomsten waarop thans verweerster in cassatie haar vordering baseert, zijn vervangen door nieuwe overeenkomsten waarbij zij geen partij waren.
Partij(en)
1. Impol Beheer B.V., te Lijnden, gemeente Haarlemmermeer,
2. [Eiser 2], te [woonplaats], eisers tot cassatie, verweerders in het incidentele cassatieberoep, adv. mr. H.J.W. Alt,
tegen
Total Nederland N.V., te 's‑Gravenhage, verweerster in cassatie, eiseres in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.