RvdW 2008, 1054
HR, 21-11-2008, nr. C07/049HR
HR 21-11-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD5985
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 november 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/049HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BD5985
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD5985, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD5985, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑11‑2008
- Wetingang
BW art. 3:170, 182; 4:144, 147, 153, 166-171; BW (oud) art. 4: 1054-1061; Overgangswet Nieuw BW art. 133
Essentie
Erfrecht. Oud recht en huidig recht. Bevoegdheden executeur, tevens boedelberedderaar; exclusieve bevoegdheid tot beheer; reikwijdte bevoegdheid; aansprakelijkheid executeur; maatstaf: zorg goed executeur; stelplicht en bewijslast; schadevergoeding d.m.v. bepaalde wijze verdeling en afwijkende peildatum waardering; redelijkheid en billijkheid.
De executeur aan wie het bezit van de goederen van de nalatenschap is toegekend en die is aangesteld tot beredderaar van de boedel, is — naar hier toepasselijk oud recht — bevoegd met uitsluiting van anderen het beheer over de goederen van de nalatenschap te voeren. Hij mag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.