NJ 2009, 116
HR, 21-11-2008, nr. C07/049HR
HR 21-11-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD5985, m.nt. S. Perrick
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 november 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/049HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
S. Perrick
- LJN
BD5985
- JCDI
JCDI:ADS126044:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD5985, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD5985, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑11‑2008
- Wetingang
art. 3:170, 182 BW; 4:144, 147, 153, 166-171; art. 4:1054-1061 (oud) BW; Overgangswet Nieuwart. 133 BW
Essentie
Erfrecht. Oud recht en huidig recht. Bevoegdheden executeur, tevens boedelberedderaar; exclusieve bevoegdheid tot beheer; reikwijdte bevoegdheid; aansprakelijkheid executeur; maatstaf: zorg goed executeur; stelplicht en bewijslast; schadevergoeding d.m.v. bepaalde wijze verdeling en afwijkende peildatum waardering; redelijkheid en billijkheid.
De executeur aan wie het bezit van de goederen van de nalatenschap is toegekend en die is aangesteld tot beredderaar van de boedel, is — naar hier toepasselijk oud recht — bevoegd met uitsluiting van anderen het beheer over de goederen van de nalatenschap te voeren. Hij mag het beheer naar eigen inzicht voeren, zij het dat hij daarbij de zorg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.