RvdW 2008, 1031
HR, 14-11-2008, nr. C07/117HR: Dahri/Bonna
HR 14-11-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BE9995 (Dahri/Bonna)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/117HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BE9995
- Roepnaam
Dahri/Bonna
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BE9995, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BE9995, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑02‑2007
- Wetingang
BW art. 6:83, 119; art. 7:681; Rv art. 24
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontslag kennelijk onredelijk; schadevergoeding; aanvang wettelijke rente.
De in art. 7:681 BW bedoelde schadevergoeding is verschuldigd o.g.v. een kennelijk onredelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst, een in de wet geregelde bijzondere vorm van een tekortkoming. Deze schadevergoeding is dan ook te beschouwen als een bijzondere vorm van schadevergoeding wegens wanprestatie. Het ligt daarom in de rede om bij de beantwoording van de vraag vanaf welk tijdstip de wettelijke rente over deze schadevergoeding verschuldigd is, aan te sluiten bij het bepaalde in art. 6:119 juncto art. 6:83, onder b, BW. Dat brengt mee dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.