RvdW 2008, 1015
HR, 07-11-2008, nr. 07/12596
HR 07-11-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD7584
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 november 2008
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/12596
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BD7584
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD7584, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑11‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD7584, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2007
- Wetingang
Essentie
Internationaal privaatrecht. EEX-Verordening; verzoek exequatur op Duits 'Kostenfestsetzungsbeschluss' gebaseerd op 'ex parte' gegeven 'einstweilige Verfügung'; Hoofdstuk III EEX-Verordening van toepassing? Weigeringsgrond van art. 34 sub 2.
Rechterlijke beslissingen die (a) betrekking hebben op het toestaan van voorlopige of bewarende maatregelen, (b) worden gegeven zonder dat de partij tegen wie zij zijn gericht, is opgeroepen te verschijnen, en (c) ten uitvoer moeten worden gelegd zonder voorafgaande betekening, vallen niet onder de in hoofdstuk III van de EEX-Verordening voorziene regeling voor de erkenning en tenuitvoerlegging. Deze voorwaarden gelden cumulatief. Nu de rechtbank — onbestreden in cassatie — heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.