Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 986
HR, 31-10-2008, nr. R07/021HR
HR 31-10-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF1027
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R07/021HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BF1027
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF1027, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑10‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF1027, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2007
- Wetingang
BWNA (oud) art. 662; Eilandenregeling Nederlanse Antillen art. 74
Essentie
Antillenzaak. Cessie vorderingen wegens verleende studiefinanciering door Eilandgebied aan stichting rechtsgeldig?; art. 662 BWNA (oud); art. 74 Eilandenregeling Nederlandse Antillen. Verjaring; stuiting?
Ingevolge het vóór 1 januari 2001 geldende recht, is voor de levering van een vordering op naam blijkens art. 662 BWNA (oud) een akte vereist waarbij de vordering door de cedent (in dit geval het Eilandgebied) aan de cessionaris wordt overgedragen. Op grond van art. 74 Eilandenregeling Nederlandse Antillen (ERNA) dient in alle buitengerechtelijke rechtshandelingen de gezaghebber de Gezaghebber voor het eilandgebied op te treden. Dit brengt mee dat de cessieakte door de Gezaghebber in zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.