HR, 24-10-2008, nr. R07/126HR

Documentgegevens:

HR 24-10-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF0237

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 24 oktober 2008
Magistraten: Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
Zaaknummer: R07/126HR
Conclusie: A-G mr. J. Wuisman
LJN: BF0237
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2008:BF0237, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑10‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF0237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2007
Wetingang: art. 1:251 lid 2 BW

Essentie

Eenhoofdig gezag na echtscheiding. Maatstaf. HR: 1. Voor het toekennen van het gezag aan één ouder kan niet slechts grond bestaan in geval van ernstige (communicatie)problemen. Ook om andere redenen kan het in het belang van het kind noodzakelijk zijn dat een van de ouders met het gezag wordt belast. 2. Het weinige dat het hof heeft vastgesteld over de angst van de moeder dat de vader het kind zal meenemen naar Turkije en de daardoor veroorzaakte onrust in het gezin van de moeder, kan zijn (eventuele) oordeel niet dragen dat het in het belang van het kind noodzakelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.