NJB 2008, 1975
HR, 24-10-2008, nr. C07/083HR: Hoogendoorn/Benthuizen VastGoed
HR 24-10-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BE9997 (Hoogendoorn/Benthuizen VastGoed)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/083HR
- Conclusie
A-G mr. D.W.F. Verkade
- LJN
BE9997
- Roepnaam
Hoogendoorn/Benthuizen VastGoed
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BE9997, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑10‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BE9997, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑02‑2007
- Wetingang
art. 6:2 lid 2 BW; art. 6:21 BW; art. 6:22 BW; art. 6:248 lid 2 BW
Essentie
Ontbindende voorwaarde. Verval van verbintenissen. Redelijkheid en billijkheid. In een koopovereenkomst is een als ontbindende voorwaarde geformuleerde bepaling opgenomen. De voorwaarde gaat in vervulling. De verkoper beroept zich op de bepaling en weigert levering. De koper verlangt levering, stellende dat de bepaling uitsluitend in zijn belang in de overeenkomst is opgenomen. HR: 1. De regel dat ook de wederpartij van degene in wiens belang een ontbindende voorwaarde in een overeenkomst is opgenomen zich op de vervulling daarvan en het verval van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen kan beroepen, is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.