Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 955
HR, 17-10-2008, nr. C07/084HR: Baros/Embrica
HR 17-10-2008, ECLI:NL:HR:2008:BE7628 (Baros/Embrica)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/084HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BE7628
- Roepnaam
Baros/Embrica
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BE7628, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑10‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BE7628, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2007
- Wetingang
Essentie
Grenzen rechtsstrijd; verweer gevoerd in een bij conclusie of akte overgelegde productie; kenbaarheidsvereiste. Internationaal privaatrecht; toepasselijk recht op huurovereenkomst hotelschip; art. 4 lid 2 en lid 5 EVO.
De (appel)rechter dient een op zichzelf ter zake dienend verweer in zijn beoordeling te betrekken — in hoger beroep: binnen de in het appelexploot getrokken grenzen en met inachtneming van de devolutieve werking van het appel — indien dit verweer redelijkerwijs kenbaar is voor de wederpartij en de rechter. Met verweer dat is gevoerd in een bij conclusie of akte overgelegde productie zal rekening moeten worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.