NJB 2008, 1930
HR, 17-10-2008, nr. C07/084HR: Baros/Embrica
HR 17-10-2008, ECLI:NL:HR:2008:BE7628 (Baros/Embrica)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/084HR
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BE7628
- Roepnaam
Baros/Embrica
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BE7628, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑10‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BE7628, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2007
- Wetingang
Rv art. 24; Haags Verdrag internationale koopovereenkomsten toepasselijke recht art. 4 lid 2; Haags Verdrag internationale koopovereenkomsten toepasselijke recht art. 4 lid 5
Essentie
Verhuur van een hotelschip voor de opvang van asielzoekers. Hoofdzaak (zie ook de hierna opgenomen vrijwaringszaak C07/037HR). HR: 1. Procesrecht. Kenbaarheidsvereiste en producties. De rechter dient een verweer in zijn beoordeling te betrekken indien dit verweer redelijkerwijs kenbaar is voor de wederpartij en de rechter. Met verweer dat is gevoerd in een bij conclusie of akte overgelegde productie zal rekening moeten worden gehouden, indien uit de conclusie of akte, mede in verband met de eerdere gedingstukken, voldoende kenbaar is dat de betrokken partij de inhoud van die productie mede als verweer naar voren wil brengen en uit de productie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.