NJB 2008, 1905
HR, 10-10-2008, nr. C07/023HR: Duijf/Bolt
HR 10-10-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD7601 (Duijf/Bolt)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/023HR
- Conclusie
P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BD7601
- Roepnaam
Duijf/Bolt
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD7601, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD7601, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2006
- Wetingang
BW art. 3:99; BW art. 3:105; BW art. 3:106; BW art. 3:107; BW art. 3:108; BW art. 3:111; BW art. 3:306; BW art. 5:101; BW art. 5:102; BW art. 5:103; BW art. 5:104; BW art. 5:105
Essentie
Verkrijging van een recht van opstal door extinctieve verjaring. Ondubbelzinnig bezit. Rond 1942 is met toestemming van de perceelseigenaren een recreatiewoning gebouwd in een duingebied. Eiseres betoogt dat zij door verjaring primair heeft verkregen: de eigendom van perceel met woning, en subsidiair: een recht van opstal. Zij legt aan beide standpunten dezelfde feiten en omstandigheden ten grondslag. HR: Het hof heeft tot uitdrukking gebracht dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet kunnen meebrengen dat door verjaring een recht van opstal is verkregen, reeds omdat zij niet wijzen op het, voor zodanige verjaring vereiste, ondubbelzinnige bezit van het recht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.