NJ 2008, 530
HR, 03-10-2008, nr. 07/11560
HR 03-10-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD7478
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/11560
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BD7478
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD7478, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑10‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD7478, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2007
- Wetingang
Rv art. 237
Essentie
Kostenveroordeling in incidenteel hoger beroep.
Naar vaste jurisprudentie kan de omstandigheid dat de in eerste aanleg gevoerde verweren in de vorm van een incidenteel hoger beroep onder de aandacht van het hof worden gebracht, niet ertoe leiden dat verwerping van die verweren — en dientengevolge de verwerping van het incidenteel hoger beroep — de incidenteel appellant op een kostenveroordeling komt te staan.
Samenvatting
In deze zaak heeft de rechtbank de vordering van Schilder (verweerder in cassatie) tot verklaring voor recht dat de rederij (eiseres tot cassatie) aansprakelijk is voor de schade, nader op te maken bij staat, die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.