RvdW 2008, 803
HR, 05-09-2008, nr. R07/105HR
HR 05-09-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD2711
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 september 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R07/105HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BD2711
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal privaatrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Vreemdelingenrecht (V)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD2711, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑09‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD2711, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑05‑2007
- Wetingang
art. 1:209 BW; BWNA(oud) art. 133; CIEC-Overeenkomst inzake wettiging door huwelijk art. 1; Nederlands-Antilliaanse Algemene Bepalingen art. 7; RWN art. 17, 18; W Ned art. 1, 2
Essentie
Antilliaanse zaak. Verzoek tot vaststelling Nederlanderschap i.v.m. wettiging. Internationaal privaatrecht; toepasselijk recht op betwisting van staat; domiciliebeginsel; CIEC-Overeenkomst inzake wettiging door huwelijk; interregionaal privaatrecht.
Het middel klaagt tevergeefs dat niet valt in te zien op grond van welke verwijzingsregel het hof tot toepasselijkheid van het materiële recht van de Nederlandse Antillen, waartoe art. 1:209 BW (betwisting van staat) behoort, is gekomen. Het internationaal privaatrecht van de Nederlandse Antillen verwijst naar toepassing van dit recht, zowel indien de onderhavige kwestie (de vraag of thans verweerster in cassatie beroep kan doen op 'bezit van staat' als kind van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.