RFR 2008, 116
HR, 05-09-2008, nr. C07/055HR: Verbouwing
HR 05-09-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD4745 (Verbouwing)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 september 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk; A-G Verkade
- Zaaknummer
C07/055HR
- LJN
BD4745
- Roepnaam
Verbouwing
- JCDI
JCDI:ADS872789:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD4745, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD4745, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑09‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑11‑2007
- Wetingang
BW art. 6:212
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Kan de man uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking het geldbedrag vorderen dat hij in de woning van de vrouw heeft geïnvesteerd?
Samenvatting
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. Gedurende de relatie heeft de man werkzaamheden verricht en uitgaven gedaan ten behoeve van een aan de vrouw toebehorende woning annex bedrijfspand. De man vordert terugbetaling van zijn investering (dan wel schadevergoeding) uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking. Zowel de rechtbank als het hof hebben de vordering van de man afgewezen.
HR: 's Hofs motivering is kennelijk gebaseerd op zijn oordeel dat de vordering van de man slechts toewijsbaar zou ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.