NJB 2008, 1636
HR, 11-07-2008, nr. R07/103HR
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0663
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R07/103HR
- Conclusie
A-G mr. L. Strikwerda
- LJN
BD0663
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0663, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0663, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑05‑2007
- Wetingang
Essentie
Antilliaanse zaak. Ontkenning vaderschap. Interregionaal privaatrecht. Het hof verklaart een verzoek tot ontkenning van het vaderschap niet-ontvankelijk, omdat het naar Nederlands recht te laat is gedaan. In cassatie wordt geklaagd dat Nederlands-Antilliaans recht van toepassing is, volgens welk recht het verzoek op tijd is. HR (onder meer): De terugverwijzing (renvoi) wordt in het internationaal en het interregionaal privaatrecht van de landen van het Koninkrijk niet erkend. Voor vragen betreffende het personeel statuut van binnen het Koninkrijk woonachtige Nederlanders geldt het domiciliebeginsel.
Partij(en)
X, adv. mr. H.J.W. Alt,
tegen
Y, adv. mrs. N.T. Dempsey en M.S. Goeman.