RAV 2008, 91
Procesrecht. In hoeverre mag de rechter bewijs buiten beschouwing laten?
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1902
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/179HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BD1902
- JCDI
JCDI:ADS870895:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1902, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1902, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2006
- Wetingang
BW Aruba (oud) art. 1614x; Rv art. 85
Essentie
In hoeverre mag de rechter bewijs buiten beschouwing laten?
Samenvatting
In deze Antilliaanse zaak valt een werknemer bij het schoonmaken van een mengtrommel van een betoncentrale naar beneden. Als gevolg van dit bedrijfsongeval loopt hij ernstig blijvend letsel op. In een gerechtelijke procedure probeert hij een veroordeling van zijn werkgeefster te verkrijgen tot vergoeding van de daaruit door hem geleden schade. De schadevordering wordt door het gerecht in eerste aanleg van Aruba afgewezen. In hoger beroep worden, voorafgaand aan het eindvonnis, door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba zeven tussenvonnissen gewezen, en wordt tweemaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.