RvdW 2008, 737
HR, 11-07-2008, nr. C07/051HR: Peters/Fianed
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2408 (Peters/Fianed)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/051HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BD2408
- Roepnaam
Peters/Fianed
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Huurprijzen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD2408, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD2408, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2007
- Wetingang
BW art. 7:680a; BW art. 6:248
Essentie
Arbeidsovereenkomst; loonvordering; matigingsbevoegdheid?; reikwijdte art. 7:680a BW; art. 6:248 lid 2 BW.
Art. 7:680a geeft de rechter geen matigingsbevoegdheid in een geval waarin de loonvordering niet samenhangt met de vernietiging van een opzegging van de arbeidsovereenkomst, maar gegrond is op het doorlopen van de arbeidsovereenkomst hoewel de werkgever op het standpunt staat dat die met wederzijds goedvinden is beëindigd. In zo’n geval kan de werkgever nog wel verlangen om op grond van art. 6:248 lid 2 BW te matigen.
Samenvatting
Werknemer, eiser tot cassatie, is met ingang van 1 maart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.