NJB 2008, 1626
HR, 11-07-2008, nr. C07/051HR: Peters/Fianed
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2408 (Peters/Fianed)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/051HR
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BD2408
- Roepnaam
Peters/Fianed
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD2408, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD2408, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2007
- Wetingang
BW art. 6:248 lid 2; BW art. 7:680a
Essentie
Matiging loonvordering. Beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. HR: Art. 7:680a BW geeft de rechter geen matigingsbevoegdheid in een geval waarin de loonvordering gegrond is op het doorlopen van de arbeidsovereenkomst hoewel de werkgever op het standpunt staat dat die met wederzijds goedvinden is beëindigd. In zo'n geval kan de werkgever verlangen om op grond van art. 6:248 lid 2 BW (redelijkheid en billijkheid) te matigen, maar uit de uitspraak van het hof valt niet op te maken dat het aan die bepaling toepassing heeft gegeven, nog daargelaten of het in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.