RvdW 2008, 722
HR, 11-07-2008, nr. C06/229HR: SVS Holland/Van Wielink
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0896 (SVS Holland/Van Wielink)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/229HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BD0896
- Roepnaam
SVS Holland/Van Wielink
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0896, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0896, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
- Wetingang
BW art. 7:685
Essentie
Ontbinding arbeidsovereenkomst op voet art. 7:685 BW; exclusiviteit ontbindingsvergoeding; vergoeding naar billijkheid; alle omstandigheden geval; intuïtieve inzicht rechter; peildatum.
In de hoogte van de vergoeding die de rechter, op de voet van het achtste lid van art. 7:685 BW, met het oog op de omstandigheden van het geval naar billijkheid aan een der partijen ten laste van de wederpartij toekent, dient het resultaat van de rechterlijke toetsing aan de eisen van redelijkheid en billijkheid in beginsel ten volle tot uitdrukking te komen, zodat daarnaast voor zodanige toetsing geen plaats is. Een redelijke wetstoepassing brengt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.