NJB 2008, 1570
HR, 11-07-2008, nr. C06/229HR: SVS Holland/Van Wielink
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0896 (SVS Holland/Van Wielink)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/229HR
- Conclusie
P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BD0896
- Roepnaam
SVS Holland/Van Wielink
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0896, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0896, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
- Wetingang
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontbindingsvergoeding. De kantonrechter heeft bij de ontbindingsvergoeding expliciet geen rekening gehouden met vervallen optierechten. In een afzonderlijke procedure kent het hof hiervoor alsnog € 100 000 toe. HR:
1
1 Exclusiviteit. Indien de kantonrechter op ondubbelzinnige wijze te kennen geeft bij het vaststellen van de ontbindingsvergoeding een bepaalde aanspraak niet te hebben meegewogen, daarbij overwegende dat de werknemer dienaangaande een afzonderlijke procedure aanhangig kan maken, kan de rechter de niet meegewogen aanspraak in een afzonderlijk geding aan de hand van de eisen van redelijkheid en billijkheid beoordelen.
2
2 Motiveringseisen. Gelet op de aard van de vergoeding zal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.