NJ 2009, 79
HR, 27-06-2008, nr. 07/11573
HR 27-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1381, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 juni 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/11573
- Conclusie
A-G Keus
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
BD1381
- JCDI
JCDI:ADS126013:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1381, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1381, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2007
- Wetingang
Wvg art. 26
Essentie
Wet voorkeursrecht gemeenten. Vernietiging rechtshandeling op grond van art. 26; maatstaf.
Uit de ontstaansgeschiedenis van de Wet van 14 juni 2002 tot wijziging van onder andere de art. 10 en 26 van de Wet voorkeursrecht gemeenten in verband met het tegengaan van de ontwijking van het voorkeursrecht gemeenten bij de verwerving van onroerende zaken, Stb. 2002, 326, kan niet anders worden afgeleid dan dat naar de bedoeling van de wetgever alle rechtshandelingen die zodanig zijn opgezet dat geen vervreemding zal plaatsvinden gedurende het bestaan van het voorkeursrecht, doch waarbij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.