RI 2008, 67
Internationaal privaatrecht. Prejudiciële vraag aan HvJEG over de uitleg van art. 25 IVO. Verhouding EEX-Vo. en IVO. (German Graphics Graphische Maschinen Gmbh/Van der Schee q.q.)
HR 20-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0138
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 juni 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R07/124HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BD0138
- JCDI
JCDI:ADS871720:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0138, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
Verlof tot tenuitvoerlegging van Duits bevel aan Nederlandse curator tot afgifte van goederen onder eigendomsvoorbehoud. Materieel toepassingsgebied. Verhouding EEX-Verordening en Insolventieverordening. Prejudiciële vraag aan HvJEG over de uitleg van art. 25 Insolventieverordening.
Samenvatting
De Nederlandse faillissementsrechter heeft Holland Binding B.V. op 1 november 2006 in staat van faillissement verklaard. German Graphics heeft aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht verlof verzocht tot tenuitvoerlegging van de beschikking van een Duitse rechter tot afgifte van onder eigendomsvoorbehoud aan Holland Binding B.V. geleverde machines. German Graphics heeft dit verzoek tot tenuitvoerlegging gebaseerd op de EEX-Verordening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.