JOL 2008, 499
HR, 20-06-2008, nr. R07/124HR
HR 20-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0138
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 juni 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R07/124HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BD0138
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0138, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑06‑2007
Essentie
Internationaal privaatrecht. Exequatur Duitse beslissing onder EEX-Verordening; materieel en formeel toepassingsgebied EEX-Verordening; samenloop met Insolventieverordening; uitleg van art. 25 lid 2 Insolventieverordening. De Hoge Raad stelt prejudiciele vragen aan het HvJEG.
Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft en niet onbegrijpelijk is het oordeel van de rechtbank dat (i) de beslissing van de Duitse rechter ten aanzien waarvan op de voet van de EEX-Verordening verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland wordt verzocht, betrekking heeft op een beslissing betreffende een voorlopige of bewarende maatregel en dat (ii) deze beslissing is gegeven zonder dat de partij tegen wie zij is gericht, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.