JOL 2008, 465
HR, 13-06-2008, nr. R06/172HR
HR 13-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1386
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juni 2008
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R06/172HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BD1386
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1386, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2008
Essentie
Antillenzaak. Ontslag op staande voet; dringende reden?; gevolgen van de beëindiging van de dienstbetrekking voor de werknemer te ernstig in vergelijking met het belang van de werkgever bij de beëindiging?; ambtshalve beoordeling?; vereiste gelijktijdige mededeling dringende reden; geldigheid van ontslag ingeval slechts gedeelte van medegedeelde reden komt vast te staan. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
Arrest in de zaak van:
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, adv. mr. M.B. Kerkhof,
tegen
[Verweerster], te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, adv. mrs. N.T. Dempsey en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.