RAV 2008, 78
Bewijsrecht. Mag een verzoek om voorlopig getuigenverhoor dat vooruitloopt op een schadevergoedingsvordering worden afgewezen omdat niet aannemelijk is gemaakt dat schade is geleden?
HR 06-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC3354
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R07/117HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BC3354
- JCDI
JCDI:ADS870894:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC3354, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC3354, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑06‑2007
- Wetingang
BW art. 6:162; Rv art. 186
Essentie
Mag een op een schadevergoedingsvordering vooruitlopend verzoek om een voorlopig getuigenverhoor worden afgewezen omdat niet aannemelijk is gemaakt dat schade is geleden?
Samenvatting
Verzoeker is van mening dat de Staat in het kader van een strafrechtelijke en een ontnemingsprocedure onrechtmatig tegenover hem heeft gehandeld. Volgens hem is gebruik gemaakt van in strijd met de waarheid opgemaakte getuigenverklaringen en processen-verbaal, zijn ten onrechte opsporings- en dwangmiddelen tegen hem gebruikt en is zijn recht op privacy geschonden. Met het oog op een tegen de Staat in te stellen vordering tot schadevergoeding heeft hij om een voorlopig getuigenverhoor verzocht. In hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.