NJB 2008, 1332
HR, 06-06-2008, nr. C06/317HR: Bras/Satisfactorie
HR 06-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC8690 (Bras/Satisfactorie)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/317HR
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
BC8690
- Roepnaam
Bras/Satisfactorie
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC8690, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC8690, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2006
- Wetingang
BW art. 3:49; BW art. 7:852; BW art. 7:868
Essentie
Borgtocht. De hoofdschuldenaar komt zijn betalingsverplichtingen uit een overeenkomst niet na. De aangesproken borg beroept zich erop dat de hoofdschuldenaar als zijn mening te kennen heeft gegeven dat de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling. Naderhand heeft de hoofdschuldenaar een buitengerechtelijke vernietigingsverklaring uitgebracht. Ook daarop beroept de borg zich. HR: 1. Verweermiddel. Zolang de hoofdschuldenaar de bevoegdheid tot vernietiging van de verbintenis waarvan hij schuldenaar is, nog niet (effectief) heeft uitgeoefend, heeft hij nog geen verweermiddel dat ‘het bestaan, de inhoud of het tijdstip van nakoming’ van die verbintenis betreft. Zie verder hoofdtekst. 2. Stelplicht borg. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.