RvdW 2008, 568
HR, 30-05-2008, nr. 07/12668: Newbay/Staat
HR 30-05-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5012 (Newbay/Staat)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 mei 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/12668
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BC5012
- Roepnaam
Newbay/Staat
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC5012, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC5012, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑05‑2008
- Wetingang
Essentie
Incidentele vordering uitvoerbaarverklaring bij voorraad na aanwending rechtsmiddel ook ingeval uitspraak vorige rechter uitdrukkelijke beslissing op dit punt bevat?; stelsel wet; maatstaven beoordeling (ontvankelijkheid) vordering; stelplicht incidenteel eiser.
Een redelijke en met het stelsel van de wet verenigbare toepassing van art. 234 en 235 Rv brengt mee dat in de op de voet van deze bepalingen geopende incidenten ook de vraag aan de orde kan worden gesteld of de door de vorige rechter aan de uitvoerbaarverklaring bij voorraad verbonden voorwaarde van zekerheidstelling geheel of ten dele gehandhaafd moet blijven. Ten aanzien van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.