RFR 2008, 102
Bopz. Is een nieuwe geneeskundige verklaring nodig als de rechtbank na cassatie en verwijzing zich weer buigt over een voorlopige machtiging?
HR 23-05-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC9346
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/00596
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BC9346
- JCDI
JCDI:ADS871508:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC9346, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC9346, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑05‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2008
- Wetingang
BOPZ art. 5 lid 1
Essentie
Is er een nieuwe geneeskundige verklaring nodig als de rechtbank na cassatie en verwijzing zich weer buigt over een verzoek om voorlopige machtiging tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis?
Samenvatting
De rechtbank heeft in 2007 een voorlopige machtiging verleend om verzoekster in een psychiatrisch ziekenhuis te (laten) opnemen. De Hoge Raad heeft deze beschikking vervolgens vernietigd, omdat verzoekster niet was gehoord en niet naar behoren was opgeroepen. De zaak is daarna teruggewezen naar de rechtbank die in januari 2008 wederom een voorlopige machtiging heeft verleend tot 9 februari 2008. Verzoekster gaat in cassatie en de Hoge Raad kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.