NJB 2008, 1228
HR, 23-05-2008, nr. 08/00596
HR 23-05-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC9346
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 mei 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/00596
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BC9346
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC9346, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑05‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC9346, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑05‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2008
- Wetingang
EVRM art. 5; BOPZ art. 5 lid 1
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging na verwijzing. Na cassatie en verwijzing mag de rechter niet opnieuw op het verzoek om een voorlopige machtiging beslissen alvorens hem een nieuwe geneeskundige verklaring is overgelegd.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later
tegen
de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
Op 8 augustus 2007 heeft de rechtbank een voorlopige machtiging verleend om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en verblijven. Bij HR 21 december 2007, NJ 2008, 29, is deze beslissing vernietigd en de zaak teruggewezen.
Op 7 januari 2008 heeft de rechtbank een voorlopige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.