NJB 2008, 1028
HR, 18-04-2008, nr. C07/044HR
HR 18-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC7429
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 april 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, A. Hammerstein en J.C. van Oven
- Zaaknummer
C07/044HR
- Conclusie
A-G mr. D.W.F. Verkade
- LJN
BC7429
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC7429, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC7429, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑02‑2007
- Wetingang
EG-verdrag art. 28; EG-verdrag art. 30; 1e EG-Richtlijn aanpassing merkenrecht EG-Lidstaten art. 5; 1e EG-Richtlijn aanpassing merkenrecht EG-Lidstaten art. 7; BMW art. 13A lid 9; Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom art. 2.23 lid 3; Rv art. 150
Essentie
Merkinbreuk. Europese uitputting. Bewijslastverdeling. Een internetwinkel biedt merkproducten van Lancaster c.s. aan buiten het selectieve distributiesysteem van Lancaster c.s. om. HR: Indien de wederpartij van de merkhouder zich beroept op de uitputting van het merkrecht, zal zij in beginsel moeten bewijzen dat de waren met toestemming van de merkhouder in de EER in het verkeer zijn gebracht. Wanneer echter de derde erin slaagt aan te tonen dat er een reëel gevaar bestaat dat de nationale markten worden afgeschermd wanneer hij dit zelf moet bewijzen, moet de merkhouder aantonen dat de waren aanvankelijk met zijn toestemming buiten de EER in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.