RAR 2008, 76
Bedrijfsongeval. Is werkgever ex art. 7:658 BW aansprakelijk voor het uitglijden van werknemer in plas water in wasserij?
HR 11-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9225 (Tarioui/Vendrig)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/293HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BC9225
- Roepnaam
Tarioui/Vendrig
- JCDI
JCDI:ADS870620:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9225, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9225, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑10‑2006
- Wetingang
BW art. 7:658
Essentie
Is een werkgever aansprakelijk voor de schade die een werknemer heeft geleden als gevolg van het uitglijden in een plas water op de werkvloer die de werknemer al eerder had moeten ontdekken toen hij die plas op de heenweg passeerde?
Samenvatting
Werknemer is als technisch medewerker in dienst van werkgever, een chemisch wasserijbedrijf. Ondanks het feit dat werknemer veiligheidsschoenen draagt komt hij ten val omdat hij uitglijdt in een plas water op een bordes. Hij raakt blijvend arbeidsgehandicapt. Werkgever heeft daarna op die plek ter voorkoming van een dergelijk ongeval rubbermatten neergelegd. Werknemer spreekt zijn werkgever aan voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.