RAV 2008, 66
Onrechtmatige daad. Handelt de partij die dreigt met executie van een vonnis dat in hoger beroep wordt vernietigd onrechtmatig?
HR 11-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5602 (De Groot e.a.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/276HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BC5602
- Roepnaam
De Groot e.a.
- JCDI
JCDI:ADS870913:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5602, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5602, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑04‑2008
- Wetingang
BW art. 6:162; BW art. 6:203
Essentie
Handelt de partij die dreigt met executie van een vonnis dat in hoger beroep wordt vernietigd onrechtmatig en is zij schadeplichtig?
Samenvatting
De echtgenoot van eiseres in cassatie (hierna: eiseres), waarmee zij buiten gemeenschap van goederen was gehuwd, werd op 13 november 1997 failliet verklaard. De curator heeft op 11 juli 2002 conservatoir derdenbeslag gelegd onder Aegon. Eiseres spant dan een kort geding aan tot opheffing van dat beslag. Zo ver komt het niet, eiseres en de curator treffen voordien een regeling waarbij eiseres haar medewerking toezegt aan de verkoop van een licentie die betrekking heeft op het telen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.