NJB 2008, 971
HR, 11-04-2008, nr. C06/276HR: De Groot e.a.
HR 11-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5602 (De Groot e.a.)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/276HR
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BC5602
- Roepnaam
De Groot e.a.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5602, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5602, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2008
- Wetingang
BW art. 6:162; Rv art. 612
Essentie
De echtgenote van een failliet wordt in kort geding veroordeeld tot de afgifte van een volmacht en een verklaring. Nadat zij aan die veroordeling heeft voldaan, wordt het vonnis in hoger beroep vernietigd. HR: 1. Dreiging met executie kortgedingvonnis. In beginsel dient te worden aangenomen dat degene die door dreigen met executie zijn wederpartij heeft gedwongen zich naar een in kort geding gegeven bevel te gedragen, onrechtmatig jegens deze heeft gehandeld wanneer hij, naar achteraf in hoger beroep van het kortgedingvonnis of in een bodemgeschil blijkt, niet het recht had van de wederpartij te vergen dat deze zich overeenkomstig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.