JOL 2008, 297
HR, 11-04-2008, nr. C06/276HR: De Groot e.a.
HR 11-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5602 (De Groot e.a.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/276HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BC5602
- Roepnaam
De Groot e.a.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5602, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5602, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑04‑2008
Essentie
Onrechtmatige daad; dwingen wederpartij zich naar in kort geding gegeven maatregel te gedragen door te dreigen met executie; schuld.
In beginsel dient te worden aangenomen dat degene die door dreigen met executie zijn wederpartij heeft gedwongen zich naar een in kort geding gegeven bevel te gedragen, onrechtmatig jegens deze heeft gehandeld wanneer hij, naar achteraf in hoger beroep van het kortgedingvonnis of in een bodemgeschil blijkt, niet het recht had van de wederpartij te vergen dat deze zich overeenkomstig dit bevel gedroeg. Gegeven de aard van het vonnis in kort geding mag voorts ervan worden uitgegaan dat degene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.