JOL 2008, 264
HR, 04-04-2008, nr. C06/282HR
HR 04-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC3931
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 april 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, O. de Savornin Lohman, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/282HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BC3931
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC3931, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC3931, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑04‑2008
Essentie
Leverings- en afnameovereenkomst; schending afnameverplichting? Bewijslastverdeling; rechterlijk vermoeden; tegenbewijs? bewijswaardering. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser] te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. J. Biemond, thans mr. P. Garretsen,
tegen
[Verweerster], voorheen genaamd [A] B.V., te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 1 september 1998 [verweerster] gedagvaard voor de rechtbank te 's‑Hertogenbosch en, na wijziging van eis, gevorderd, kort gezegd:
- 1.
te verklaren voor recht dat [verweerster] jegens hem toerekenbaar is tekortgeschoten door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.