RFR 2008, 67
Civiel kinderbeschermingsrecht. Is gedwongen ontheffing ouderlijk gezag in het belang van het kind mogelijk ondanks de bereidverklaring van een ouder om het kind in het pleeggezin te laten opgroeien?
HR 04-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5726
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 april 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
07/10692HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BC5726
- JCDI
JCDI:ADS871490:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5726, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5726, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2007
- Wetingang
BW art. 1:254; BW art. 1:268 lid 1; BW art. 1:268 lid 2 onder a
Essentie
Is gedwongen ontheffing van het ouderlijk gezag in het belang van het kind mogelijk ondanks de duurzame bereidverklaring van een met gezag belaste ouder om zijn kind in het pleeggezin te laten opgroeien?
Samenvatting
Als het kind twee jaar oud is, verdwijnt zijn moeder spoorloos. Als de vader wegens doodslag op haar wordt veroordeeld, wordt het kind onder toezicht gesteld en in een pleeggezin geplaatst. De ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing worden drie maal telkens met een jaar verlengd. Dan verzoekt de Raad voor de kinderbescherming de rechtbank om de vader van zijn gezag te ontheffen. De vader verzet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.