NJB 2008, 923
HR, 04-04-2008, nr. 07/10692HR
HR 04-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5726
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 april 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
07/10692HR
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- LJN
BC5726
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5726, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5726, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2007
- Wetingang
BW art. 1:254; BW art. 1:266; BW art. 1:268 lid 1; BW art. 1:268 lid 2 aanhef en onder a
Essentie
Ontheffing ouderlijk gezag. Een wegens doodslag op zijn echtgenote veroordeelde vader van een onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst kind wordt tegen zijn zin ontheven van het ouderlijk gezag. HR: Indien de met het gezag belaste ouder blijk heeft gegeven van duurzame bereidheid het kind te laten opgroeien in het pleeggezin waarin het is geplaatst, moet dat in de beoordeling worden betrokken, maar staat dat niet (zonder meer) in de weg aan gedwongen ontheffing van het ouderlijk gezag.
Partij(en)
De vader, adv. mr. P.S. Kammminga,
tegen
de Raad voor de Kinderbescherming, adv. mr. W.B. Teunis.