NJB 2008, 869
HR, 28-03-2008, nr. R07/031HR
HR 28-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2255
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 maart 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, A. Hammerstein en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R07/031HR
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BC2255
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2255, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2255, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑03‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2007
- Wetingang
BW (Ned. Antillen) art. 1:251 lid 2
Essentie
Antilliaanse zaak. Gezamenlijk gezag. Art. 1:251 lid 2 BWNA moet aldus worden uitgelegd dat aan toewijzing van een verzoek om na echtscheiding gezamenlijk belast te blijven met de uitoefening van het gezag niet in de weg staat dat het verzoek slechts door een der ouders gedaan is.
Partij(en)
De vader, adv. mr. D. Rijpma,
tegen
de moeder, adv. mr. G.S.A.J. Koot-Kuis.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Uit de relatie van partijen, die in 2000 met elkaar zijn gehuwd, is in 1999 een dochter geboren. In 2005 is de echtscheiding uitgesproken.
Het gerecht heeft de moeder belast ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.