RFR 2008, 63
Gezag en omgang. Heeft de niet met het gezag belaste ouder in het kader van een omgangsregeling rechten jegens Bureau Jeugdzorg in diens rol van gezinsvoogdij-instelling?
HR 21-03-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC0261
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 maart 2008
- Magistraten
Mr. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/230HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BC0261
- JCDI
JCDI:ADS125454:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC0261, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑03‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC0261, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2008
- Wetingang
BW art. 1:254; BW art. 1:257; BW art. 1:258; BW art. 1:263b
Essentie
Heeft de niet met het gezag belaste ouder in het kader van een omgangsregeling rechten jegens Bureau Jeugdzorg in diens rol van gezinsvoogdij-instelling?
Samenvatting
Na de echtscheiding kreeg de vader het ouderlijk gezag over de bij hem wonende zoon (1995). De jongen staat onder toezicht van Bureau Jeugdzorg (BJZ). Tussen de ouders is een aantal procedures aanhangig geweest over een omgangsregeling tussen moeder en zoon. Het hof heeft een langzaam uit te breiden begeleide omgangsregeling opgelegd en bepaald dat de jongen in therapie gaat. De gezinsvoogd moet de jongen (doen) halen en brengen en de vader moet zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.