RN 2008, 37
Onrechtmatige daad. Wanneer is bij afgebroken onderhandelingen, naast vergoeding van ‘directe schade’, nog plaats voor betaling van enige andere vergoeding?
HR 29-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1855
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 februari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/193HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BC1855
- JCDI
JCDI:ADS872009:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1855, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1855, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑02‑2008
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Wanneer is er in het geval van afgebroken onderhandelingen, naast vergoeding van ‘directe schade’, nog plaats voor betaling van enige andere vergoeding?
Samenvatting
Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V. (hierna: Shell) en eiseres onderhandelden over de verkoop aan eiseres van alle door Shell gehouden aandelen in het kapitaal van A B.V. (hierna: A). Na het tekenen van een intentieovereenkomst en het uitvoeren van een due diligence onderzoek, zijn partijen verder gaan onderhandelen. Shell had, vanwege onrust onder het personeel van A over de overname door eiseres, haast om de onderhandelingen af te ronden. Tot twee maal toe stelde Shell daarom ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.