RCR 2008, 42
Precontractuele fase. Wanneer is plaats voor vergoeding van het positief contractsbelang?
HR 29-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1855
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 februari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/193HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BC1855
- JCDI
JCDI:ADS870981:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1855, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1855, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑02‑2008
- Wetingang
BW art. 6:2; BW art. 6:248
Essentie
Wanneer is er plaats voor vergoeding van het positief contractsbelang?
Samenvatting
Shell Verkoopmaatschappij B.V. (‘Shell’) heeft met eiseres onderhandeld over een overname door eiseres van de aandelen in A Investments B.V. (‘A’), een dochteronderneming van Shell. Nadat Shell de onderhandelingen heeft afgebroken vordert eiseres vergoeding van zowel het negatieve als het positieve contractsbelang.
De rechtbank kent een vergoeding van het negatief contractsbelang toe, maar wijst de vordering tot vergoeding van het positief contractsbelang af. Ook het hof wijst laatstgenoemde vordering in een tussenarrest af en laat Shell voorts toe tot het leveren van bewijs dat de onderhandelingen — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.