NJB 2008, 686
HR, 29-02-2008, nr. C06/193HR
HR 29-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1855
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 februari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/193HR
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BC1855
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1855, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1855, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑02‑2008
- Wetingang
BW art. 6:74; BW art. 6:162; BW art. 6:248
Essentie
Afgebroken onderhandelingen. Voor vergoeding van het positief contractsbelang bij afgebroken onderhandelingen is geen plaats wanneer de wederpartij van degene die de onderhandelingen afbrak niet erop mocht vertrouwen dat in ieder geval enigerlei contract uit de onderhandelingen zou resulteren.
Partij(en)
Eiseres (de kandidaat koper), adv. mr. W.E. Pors,
tegen
Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V., adv. mr. M. Ynzonides.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Partijen hebben onderhandelingen gevoerd over de verkoop door Shell aan eiseres van de aandelen van vennootschap A. A exploiteert tankstations. Na ondertekening van een intentieovereenkomst op 11 mei 1999 en een due diligence onderzoek heeft Shell bij fax ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.