RAV 2008, 44
Bewijsrecht. Welke (medische) gegevens moeten bij een (voorlopig) deskundigenonderzoek worden verstrekt?
HR 22-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB5626
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/129HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BB5626
- JCDI
JCDI:ADS870884:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verzekeringsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB5626, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB5626, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑08‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2006
- Wetingang
BW art. 7:464; Rv art. 22; Rv art. 198; Rv art. 202
Essentie
Welke (medische) gegevens moeten bij een (voorlopig) deskundigenonderzoek worden verstrekt; moeten door een partij aan de deskundige verstrekte (medische) gegevens ook en tegelijkertijd aan de wederpartij worden verstrekt?
Samenvatting
Een slachtoffer van een verkeersongeval heeft letselschade opgelopen. De regelend WAM-verzekeraar heeft de rechtbank verzocht een voorlopig deskundigenbericht door een psychiater te gelasten en daarbij te bepalen dat het slachtoffer gehouden is zijn volledige medische dossier van voor en na het ongeval aan zowel de deskundige als de medisch adviseur van de verzekeraar over te leggen. In lijn met het hiertegen gerichte verweer van het slachtoffer heeft de rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.