NJB 2008, 619
HR, 22-02-2008, nr. R06/129HR
HR 22-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB5626
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/129HR
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BB5626
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB5626, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB5626, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2006
- Wetingang
Rv art. 22; Rv art. 194; Rv art. 198 lid 1; Rv art. 198 lid 3; Rv art. 202; Rv art. 204 lid 2; Rv art. 205 lid 1; Rv art. 843a; BW art. 7:464 lid 2 aanhef en onder b
Essentie
(Voorlopig) deskundigenbericht. 1. Gegevens die een partij aan de deskundige verschaft, moeten tegelijkertijd worden verstrekt aan de wederpartij. Voor medische gegevens geldt die verplichting in beginsel niet. Indien de wederpartij een verzekeraar is met een medisch adviseur, moeten alle aan de deskundige verschafte medische gegevens wel tegelijkertijd aan de medisch adviseur worden verstrekt. Indien het deskundigenbericht ter beschikking van de wederpartij wordt gesteld, moeten alle aan de deskundige verschafte medische gegevens alsnog aan de wederpartij worden verstrekt. Uit een zonder gewichtige redenen gegeven weigering kan de rechter de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. De regeling biedt geen grondslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.