JOL 2008, 156
HR, 22-02-2008, nr. C06/268HR
HR 22-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1237
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/268HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BC1237
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1237, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑02‑2008
Essentie
Verkeersaansprakelijkheid; aanrijding auto met 16-jarige fietser; 50% regel; wederzijdse causaliteit; toedracht; onbegrijpelijk oordeel.
Voor oordeel dat ondenkbaar is dat de automobilist — die aansprakelijkheid voor 50% heeft erkend — kort voor de aanrijding aanmerkelijk te hard heeft gereden zoals vereist om op grond van de wederzijdse causaliteit te kunnen concluderen dat de wijze van rijden van de automobilist voor meer dan 50% de oorzaak van het ongeval heeft gevormd, ontbreekt een toereikende motivering. Aldus is ook de grond ontvallen aan het — verder niet afzonderlijk gemotiveerde — oordeel van het hof dat er geen aanleiding is tot het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.