RvdW 2008, 226
HR, 15-02-2008, nr. R07/087HR
HR 15-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC0387
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2008
- Magistraten
Mrs. P.C Kop, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R07/087HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BC0387
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC0387, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC0387, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2007
- Wetingang
BW art. 1:100, 6:81, 119
Essentie
Vermogensrechtelijke afwikkeling echtscheiding; verdeling en verrekening opbrengst echtelijke woning; wettelijke rente; ingangsdatum.
Zolang de verdeling van een tot de gemeenschap behorende bate niet is vastgesteld, kan een daarop gebaseerde vordering niet worden beschouwd als een vordering tot betaling van een geldsom ter zake waarvan de debiteur in verzuim is. De vordering van de man strekkende tot vergoeding door de vrouw van een gedeelte van de verbouwingskosten, betreft de verdeling en verrekening van (de opbrengst van) de echtelijke woning. Nu deze verdeling niet eerder (definitief) was vastgesteld, kon de vrouw nog niet in verzuim zijn met betrekking tot de betaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.