RvdW 2008, 230
HR, 15-02-2008, nr. C06/308HR
HR 15-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0393
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/308HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BC0393
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC0393, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC0393, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑10‑2006
- Wetingang
Essentie
Vordering tot herroeping uitspraak op grond van bedrog; is vereist dat bedrog eerst na uitspraak is ontdekt?
Een vordering tot herroeping kan niet met succes worden ingesteld tegen een uitspraak die mede berust op door de wederpartij gepleegd bedrog, indien het bedrog reeds tijdens de voorgaande procedure is ontdekt of bij een redelijkerwijs van de bedrogene te verwachten onderzoek had kunnen worden ontdekt.
Samenvatting
Thans eiseres tot cassatie Veenbrink heeft in 1993 een bedrag van f 20.000 gestort op de bankrekening van de (mede) door thans verweerster in cassatie Spijkerman opgerichte vennootschap County BV. Na ontbinding van County BV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.