NJB 2008, 563
HR, 15-02-2008, nr. C06/308HR
HR 15-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0393
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/308HR
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BC0393
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC0393, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC0393, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑10‑2006
- Wetingang
Essentie
1
1 Herroeping. Een vordering tot herroeping wegens bedrog kan niet met succes kan worden ingesteld, indien het bedrog reeds tijdens de voorafgaande procedure is ontdekt of bij een redelijkerwijs van de bedrogene te verwachten onderzoek had kunnen worden ontdekt.
2
2 Partijgetuige. Er is geen grond de persoon tegen wie de vordering is ingetrokken en wiens echtgenoot partij is, als partijgetuige te beschouwen.
Partij(en)
X, adv. mr. M. Ynzonides,
tegen
Y, adv. mr. P.J.L.J. Duijsens.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Begin 1993 was Y voornemens een kledingwinkel te beginnen in de vorm van een besloten vennootschap. X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.