NJB 2008, 452
HR, 01-02-2008, nr. C06/260HR
HR 01-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB4772
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/260HR
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BB4772
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB4772, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB4772, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2008
- Wetingang
BW art. 7:611; BW art. 7:658
Essentie
Vrijwaringszaak bij HR 1 februari 2008, C06/211HR, LJN BB4767 (hiervóór weergegeven). Het hof heeft de vordering in vrijwaring afgewezen omdat het de vorderingen in de hoofdzaak heeft afgewezen. Aangezien de HR het arrest in de hoofdzaak vernietigt, vernietigt het ook het arrest in de vrijwaringszaak, overeenkomstig de conclusie van de A‑G.